Quantcast
Channel: Over straatnamen met name
Viewing all 277 articles
Browse latest View live

Acht bijzondere straten in de wereld, en hun namen

$
0
0
Wall Street en Broadway in New York, The Strip in Las Vegas, de Champs-Élysées in Parijs... sommige straatnamen zijn wereldberoemd. Iedereen kent ook wel de Abbey Road (de straat in het noorden van Londen met het zebrapad dat dankzij de Beatles wereldberoemd werd), de Via Appia (de oude Romeinse weg van Rome naar Brindisi uit 312 voor Christus) en de Lombard Street (dat supersteile weggetje midden in San Francisco met al die haarspeldbochten). Maar weinig mensen kennen ook de Baldwin Street in Dunedin, Ebenezer Place in Wick en de Spreuerhofstraße in Reutlingen, terwijl dat toch best bijzondere straten zijn.


Baldwin Street (Dunedin, Nieuw-Zeeland)
Baldwin Street is de steilste straat van de wereld. De straat is 350 meter lang en heeft een stijgingspercentage van 35%: iedere 2,86 meter stijgt de straat een meter. Men zegt dat de straat is aangelegd in beton, omdat het er te steil is om asfalt te kunnen gebruiken. De straat is genoemd naar William Baldwin, een 19e-eeuws parlementslid die in Dunedin woonde.

Ebenezer Place (Wick, Schotland)
De korte straat ter wereld ligt in Schotland: Ebenezer Place. De straat is 2,06 meter lang, ehh... kort. Dat is net genoeg voor een deur, en daarbij hoort natuurlijk huisnummer 1. De straat ligt op de plek waar de River Street en de Union Street in een punt bij elkaar komen. Toen er in 1883 een hotel werd gebouwd, kwam de entree op de punt van het gebouw. De gemeente kon niet kiezen aan welke van de twee straten die deur geadresseerd moest worden, en men kwam dus maar met een nieuwe naam. Die straatnaam is later officieel vastgesteld. De straatnaam ontbreekt op veel kaarten, om de eenvoudige reden dat de tekst niet past. Het ligt voor de hand dat de straat naar iemand is genoemd die Ebenezer als voornaam had, maar het is onbekend wie dat dan geweest kan zijn.

Avenida 9 de Julio (Buenos Aires, Argentinië)
De Avenida 9 de Julio is de breedste weg ter wereld. De weg past met de breedte van één huizenblok mooi in het stratenpatroon van Buenos Aires, en is daardoor in totaal meer dan honderd meter breed. De hoofdrijbaan bestaat uit zeven rijstroken en de parallelweg ook nog eens uit twee - en dat dan in twee richtingen. Stel je eens voor dat je de weg te voet moet oversteken... De naam van de straat verwijst naar de dag dat Argentinië onafhankelijk werd verklaard: 9 juli 1816.

Highway One (Australië)
Highway One in Australië is de langste doorlopende weg ter wereld. Je zou het kunnen zien als de rondweg van Australië: de weg loopt rond langs de kust van het hele Australische continent en komt daarbij door alle staten en verbindt al hun hoofdsteden. In totaal is de weg 14.522 kilometer lang. Daarmee is het ook de langste nationale weg in de wereld, langer bijvoorbeeld dan de Trans-Siberische weg. Het is denk ik wel duidelijk hoe de straat aan zijn naam komt.

Tibbitt to Contwoyto Winter Road (Canada)
De Tibbitt to Contwoyto Winter Road is de langste ijsweg ter wereld. De weg wordt sinds 1982 ieder jaar opnieuw aangelegd als transportroute naar de mijnen in het noorden van Canada. Het aanleggen duurt ongeveer zes weken. De weg is eind januari gereed en is dan twee maanden lang open voor vrachtverkeer. De lengte van de weg wisselt per jaar, maar is meestal ongeveer 570 kilometer. Daarvan loopt bijna 500 kilometer over dichtgevoren meren. De weg loopt van Tibbitt Lake in het westen naar Contwoyto Lake in het oosten. En hoe noem je een winterse weg van Tibbitt naar Contwoyto? Precies: dat is gewoon de Tibbitt to Contwoyto Winter Road.

Savoy Court (Londen, Engeland)
In Engeland rijdt iedereen links van de weg, maar Savoy Court is de enige straat in het land waar je rechts moet rijden. Het is een korte straat naar de ingang van het Savoy Hotel en het Savoy Theatre - vandaar ook de straatnaam. De gewoonte om juist in deze straat wel 'gewoon' rechts te rijden, heeft te maken met de paardenwagens (en later de taxi's) die hun passagiers kwamen afleveren. Traditioneel zat de passagier achter de koetsier of chauffeur. Door rechts van de weg naar de ingang te rijden, kon de deur voor de passagier worden geopend zonder helemaal om de auto heen te moeten lopen en de passagier kon direct voor de hotelingang uitstappen. Bovendien hadden bezoekers van het hotel zo ook geen last van eventuele drukte voor het theater.

Spreuerhofstraße - Reutlingen (Duitsland)
In Reutlingen ligt een steegje dat gezien wordt als de smalste straat ter wereld: de Spreuerhofstraße. Op het smalste punt is de straat maar 31 centimeter breed. Het huis naast de steeg is een bouwval die langzaam scheefzakt, waardoor het steegje zelfs nog smaller wordt. De gemeente heeft het huis daarom in 2013 gekocht; zo zijn ze er zeker van dat deze toeristische attractie behouden blijft. 'Spreu' is het Duitse woord voor 'kaf', het omhulsel van graan. De Spreuerhofstraße heet dus eigenlijk Kafhofstraat. De Spreuerhof werd oorspronkelijk gebruikt als graanopslag voor het ziekenhuis. Na de stadsbrand van 1726 kwamen er nieuwe gebouwen en bleef er een heel smal steegje over dat als vluchtweg gebruikt kon worden.

Persiaran Sultan Salahuddin Abdul Aziz Shah Street (Putrajaya, Maleisië)
De Persiaran Sultan Salahuddin Abdul Aziz Shah Street in Putrajaya is met een lengte van 3,4 kilometer de langste rotonde in de wereld. Zo'n lange rotonde verdient natuurlijk een lange naam, maar hij wordt om praktische redenen ook wel gewoon Putrajaya-rotonde genoemd. De rotonde heeft vijftien zijwegen, waarvan er drie naar de binnenkant van rotonde leiden. De rotonde is genoemd naar Salehuddin Abdul Aziz. Hij was vanaf 1960 de achtste sultan van Selangor en van 1999 tot 2001 ook de koning van Maleisië.

Een laan voor Wubbo Ockels. Of liever een planetoïde?

$
0
0
Zondag is Wubbo Ockels overleden. In 1985 was hij ruim zeven dagen in de ruimte aan boord van het ruimteveer Challenger. Daarmee was hij de eerste Nederlandse ruimtevaarder. Zo'n held verdient een straatnaam, zou je zeggen.

Er is op dit moment in Nederland maar één straat naar Wubbo Ockels genoemd. Op een bedrijventerrein in Kolham (een dorp in Groningen met ongeveer 1500 inwoners) ligt sinds een paar jaar de W.J. Ockelslaan. De laan verbindt de A.B. Nobellaan met de A. Einsteinlaan. Met Alfred Nobel en Albert Einstein bevindt Wubbo Ockels zich in goed gezelschap. In Kolham houden ze blijkbaar meer van initialen dan van voornamen, want iets verderop ligt bijvoorbeeld ook nog de A.H.G. Fokkerlaan, genoemd naar Anthony Fokker.

De eerste Nederlander in de ruimte moet het dus vooralsnog doen met één straatnaam op een Gronings bedrijventerrein. Neil Armstrong heeft er meer! Hoe komt het dat deze held nog niet meer straten op zijn naam heeft? Misschien dat veel gemeentes zich gewoon netjes aan de regel houden dat een persoon minimaal tien jaar dood moet zijn, voordat er een straat naar genoemd wordt. Voor helden wordt nog wel eens een uitzondering gemaakt, maar alleen Kolham durfde dat tot nu toe bij Wubbo Ockels aan. Daar werden ze overigens voor beloond, want hij kwam zelf langs om het straatnaambord te onthullen.

Maar nu is Ockels dus overleden. Zouden er in de komende jaren alsnog extra straatnamen naar hem worden genoemd? Zijn naam leent zich er in ieder geval prima voor, want zijn voornaam en zijn achternaam zijn ieder op zich al heel herkenbaar; als je over 'Wubbo' of 'Ockels' spreekt, weet iedereen over wie je het hebt. Aan de andere kant is het natuurlijk niet handig dat er maar zo weinig Nederlandse astronauten zijn. Straatnaamgevers werken graag met thema's (zoals verzetshelden of sporthelden) zodat de straatnamen in één wijk duidelijk bij elkaar horen. Maar met André Kuipers en Lodewijk van den Berg erbij komen we op drie astronauten en dat is niet genoeg voor een hele wijk. Het is niet voor niks dat Ockels in Kolham tussen Einstein en Nobel ligt.

Misschien is het voor een astronaut wel helemaal niet interessant om een straat naar je vernoemd te krijgen. Dat is veel te aards. De Internationale Astronomische Unie heeft in 2000 een planetoïde naar Wubbo Ockels vernoemd: 9496 Ockels. Deze planetoïde draait tussen de planeten Mars en Jupiter in een baan om de zon. Daar draait Wubbo voor eeuwig zijn rondjes door de ruimte.

Respect voor de meester. Op school en op straat.

$
0
0
In discussies over het onderwijs in Nederland hoor je vaak dat leerlingen meer respect zouden moeten hebben voor leraren. Net als vroeger. Toen had je als leraar tenminste nog aanzien. En als hoofd van de school behoorde je tot de notabelen van het dorp, samen met de burgemeester, de dokter en de pastoor. Vroeger werden er ook regelmatig straten naar schoolmeesters genoemd - een duidelijk teken van waardering en respect.

Schoolmeesters zijn gewone mensen met gewone namen. Hoe kun je aan een straatnaam zien of die naar een meester genoemd is? Dat is het makkelijkst bij straatnamen die met 'Meester' beginnen. Daar hebben we er in Nederland nogal wat van. Ik doe even een willekeurige greep: de Meester Rijkensstraat (in Garmerwolde), de Meester Flapperlaan (in Franeker), de Meester Koehoornstraat (in Nieuw-Dordrecht), de Meester Schierbeekstraat (in Enschede), de Meester Kroezestraat (in Vollenhove), de Meester Helmesstraat (in Zeddam), de Meester Mierasstraat (in Beesd), de Meester Gielenplein (in Berghem), de Meester Nellenstraat (in Melderslo) en de Meester Ronckenstraat (in Arcen). En zo kan ik nog wel even doorgaan, want er zijn er genoeg. Oké, nog eentje dan: de Meester Pielagelaan in Hooglanderveen. Allemaal schoolmeesters met een eigen straatnaam.

In totaal zijn er in Nederland bijna vierhonderd straatnamen die met 'Meester' beginnen. Die zijn echter niet allemaal naar schoolmeesters genoemd. Een deel is genoemd naar juristen met een meester-titel (zoals er ook straten naar ingenieurs zijn genoemd). Het gaat dan om juristen die in hun tijd een zeker aanzien genoten. In deze categorie meesters kom je bekende namen tegen zoals Thorbecke en Troelstra, en ook straatnamen met sjieke achternamen tegen zoals Vixseboxse, Halbe Binnerts en Hennequin. (De Meester Hennequinstraat in Oostburg is trouwens de enige 'Meester'-straat die ik heb gevonden in de hele provincie Zeeland, maar dat terzijde.)

Oude meesters
Terug naar de schoolmeesters. Als we de juristen niet meetellen, zijn er nog steeds opvallend veel straten die naar oude meesters zijn genoemd. De meesten deden hun werk ergens tussen 1800 en 1970. Meester Jan Rijkens was bijvoorbeeld van 1803 tot 1857 schoolhoofd in Wehe - dat is in totaal meer dan een halve eeuw. Meester Koehoorn zat vanaf 1895 bijna dertig jaar in het onderwijs in Nieuw-Dordrecht, en daarnaast was hij kerkvoogd en zat hij in vele besturen van verenigingen en fondsen. Meester Maurits Flapper was onderwijzer aan de rooms-katholieke jongensschool in Franeker, en van 1912 tot 1943 ook hoofd van die school. Daarnaast was hij nog een hele tijd voorzitter van de huishoudschool in Franeker en ook nog actief voor de gemeentelijke Handelsavondschool. Een leven voor het onderwijs dus. Meester Antoon Helmes was actief in het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog, daarna met allerlei functies lange tijd actief in het onderwijs, en tegelijk ook zeer actief in het lokale verenigingsleven.

En zo waren alle vernoemde meesters opvallend actief. Neem nou de andere meesters uit de lijst hierboven: Meester Schierbeek, Meester Nellen, Meester Roncken, Meester Pielage, Meester Kroeze en Meester Mieras... die waren allemaal hoofd van de lagere school in hun dorp. Sommigen waren wel dertig jaar lang hoofd van de school, en daarnaast bekleedden ze vaak ook allerlei maatschappelijke functies. Ook Meester Gielen (van het plein in Berghem) was zo iemand die naast zijn onderwijswerk veel deed voor de gemeenschap; toen zijn straatnaam in 2012 dreigde te verdwijnen, kwam de Heemkundevereniging van Berghem in actie waarna de straatnaam alsnog behouden bleef. Daar blijkt wel uit hoe geliefd deze meester was. Zo zijn er dus verspreid over het hele land nog veel meer. Er zijn ook wel straten naar schooljuffrouwen genoemd (zoals de Juffrouw Clewitsstraat in Nieuw-Roden), maar daar zijn er maar heel weinig van. Vroeger werden er nou eenmaal veel meer straatnamen naar mannen genoemd dan naar vrouwen.

Respect
Veel van de vernoemde schoolmeesters waren lange tijd hoofd van de plaatselijke school en hebben in die periode dus een groot deel van de bevolking voorbij zien komen in hun klas. Daarnaast waren ze vaak nog maatschappelijk betrokken en actief als hoofd van de toneelvereniging of het koor, als voorzitter van de sportvereniging, in de plaatselijke coöperatie of voor de kerk. Ja, met jarenlang zo veel inzet voor de gemeenschap dwing je natuurlijk respect af. En een eigen straatnaam.

De WK-koorts stijgt: er zijn al 131 Oranjestraten

$
0
0
Volgende week begint het Wereldkampioenschap Voetbal in Brazilië. De WK-koorts stijgt: supermarkten voeren hun acties, de voetballers zijn uitgezwaaid, voetbalpools gaan van start en straten kleuren oranje. Slingers, vlaggen, bouwzeil... mensen halen alles uit de kast. Er zijn inmiddels al 131 Oranjestraten in Nederland! En dan heb ik alle Oranjelanen, -pleinen en -wegen nog niet eens meegeteld.

De Oranjestraten liggen in de volgende plaatsen: Winschoten, Stadskanaal, Groningen, Eenrum, Delfzijl, Assen, Smilde, Dalerpeel, Hoogeveen, Westervoort, Silvolde, Didam, Beusichem, Ochten, Lunteren, Velp Gld, Varsseveld, Duiven, Dinxperlo, Apeldoorn, Twello, Bredevoort, Arnhem, Aalst Gld, Groenlo, Wehl, Denekamp, Holten, Rossum, Westerhaar-Vriezenveensewijk, Genemuiden, Losser, Vroomshoop, Tubbergen, Rijssen, Dedemsvaart, Almelo, Staphorst, Nijverdal, Monnickendam, Hoorn, IJmuiden, Oosterend, Den Helder, De Rijp, Haarlem, Noord-Scharwoude, Volendam, Purmerend, Zandvoort, Enkhuizen, Hoofddorp, Aalsmeer, Wormerveer, Nieuwegein, Utrecht, Elst, Everdingen, Veenendaal, Woerden, Baarn, Numansdorp, Arkel, Heinenoord, Sommelsdijk, Strijen, Hendrik-Ido-Ambacht, Ottoland, Piershil, Ridderkerk, 's-Gravenhage, Nieuwe Tonge, Vlaardingen, Hardinxveld-Giessendam, Den Bommel, Stellendam, Barendrecht, Oud Beijerland, Rotterdam, Sliedrecht, De Lier, Katwijk, Klaaswaal, Alphen aan den Rijn, Boskoop, Schiedam, Alblasserdam, Herkingen, Dordrecht, Delft, Moerkapelle, Schelluinen, Leiden, Berkel en Rodenrijs, 's-Gravendeel, Sas Van Gent, Vlissingen, Westkapelle, Terneuzen, IJzendijke, Axel, Bakel, Bosschenhoofd, Deurne, Uden, Raamsdonksveer, Gilze, Drunen, Tilburg, Nuenen, Eindhoven, Heeswijk-Dinther, Middelbeers, 's-Hertogenbosch, Sprang-Capelle, Best, Lage Zwaluwe, Rijsbergen, Klundert, Boxmeer, Son, Kerkrade, Venlo, Brunssum, Hoensbroek, Panningen, Echt, Venray, Horst, Kelpen-Oler en Nederweert.

Het is opvallend dat er helemaal geen Oranjestraten liggen in de provincies Friesland en Flevoland. Blijkbaar houden ze daar niet van Oranje.

Staat jouw Oranjestraat er nog niet bij? Laat het dan even weten in de reacties onder dit bericht.

Rel rond Eindhovense straatnaambordonderschriften

$
0
0
En ineens was er deze week flinke ophef over de onderschriften op enkele straatnaamborden in Eindhoven. Het nieuws haalde de internationale pers en binnen de kortste keren werden er vragen gesteld aan de minister Plasterk van Binnenlandse Zaken over "het anti-Israëlbeleid van de gemeente Eindhoven". Wat was er nou precies aan de hand?

Het begon allemaal met een persbericht van Likoed Nederland op 30 mei 2014. Likoed Nederland is een vereniging die streeft naar vrede voor Israël en de bescherming van Joodse rechten in het algemeen. De titel van het persbericht zette al meteen de toon: "De gemeente Eindhoven veegt Israël van de kaart". Het persbericht vertelt over de recente schietpartij bij het Joods Museum, plaatst dat in de bredere context van "de continue haatcampagne tegen Israël" en geeft dan de onderschriften op de straatnaamborden in de Eindhoven als voorbeeld van "waartoe dit kan leiden". Daar liggen een aantal straten met namen zoals Nazarethlaan en Tiberiaspad. Hoewel die steden in Israël liggen, staat in het onderschrift op de borden 'stad in Palestina'. Ik citeer uit het laatste stuk van het persbericht: "Wat wil de Gemeente Eindhoven hiermee zeggen? Dat Tiberias, waar overwegend Joden wonen, eigenlijk door de radicaal-islamitische terreurorganisatie Hamas zou moeten worden bestuurd? De gemeente Eindhoven liegt en bedrijft zo politiek. Politiek met een hele rare smaak."

De gemeente Eindhoven reageerde nuchter op deze ferme beschuldigingen. De straatnamen in deze buurt zijn al bijna vijftig jaar oud en volgens de gemeente geïnspireerd op de oude Tempelstraat, die tegenwoordig Tempellaan heet. Al in 1967 stelde de Eindhovense commissie voor straatnaamgeving voor om de straten in de buurt namen te geven die ontleend zijn aan de bijbel. De onderschriften 'stad in Palestina' en 'berg in Palestina' verwijzen dus helemaal niet naar het huidige Palestina, maar naar het Bijbelse Palestina uit het begin van onze jaartelling. "Het is geen referentie naar actuele politieke kwesties", aldus de gemeente. Gelukkig maar. Maar het is natuurlijk wel verwarrend.

In het document Straatnamen in de gemeente Eindhoven 1920-2014 van Jan Spoorenberg staat beschreven hoe de commissie voor straatnaamgeving te werk ging. "Mogelijk geïnspireerd door de nabije Tempelstraat besloot de commissie tot geografische namen uit het oude Palestina. Blijkbaar leefde het idee dat een groot aantal namen nodig was, want commissielid J. Renders schakelde zijn kennis P.J. Meertens in, die in Amsterdam directeur was van de Bureaus voor Dialectologie, Volkskunde en Naamkunde, het huidige Meertens Instituut. Een van diens medewerkers stelde een lijst van vier pagina’s op met namen die tot ver buiten het Heilig Land reikten." En zo kwam men in 1967 tot het volgende rijtje straatnamen: Bethaniëlaan, Bethelstraat, Bethlehemlaan, Gibeonstraat, Hebronstraat, Jericholaan, Jerusalemlaan, Judealaan, Nazarethlaan, Nebostraat, Samarialaan, Sichemstraat, Sionstraat, Taborstraat en Tiberiaspad.

Wilde Eindhoven werkelijk een politiek statement maken met deze straatnamen en onderschriften? Nee, dat geloof ik niet. Is het verstandig om de onderschriften op de borden aan te passen? Ja, dat lijkt me wel.

Voor een uitgebreide beschouwing op dit onderwerp verwijs ik je naar het artikel Een stad in Palestina van historicus Jan Dirk Snel.

Voorspellen met straatnamen: wie wint het WK Voetbal 2014?

$
0
0
Bij het vorige WK Voetbal wist een octopus te voorspellen wie er zou winnen. Dan moet dat toch ook met straatnamen kunnen. Ik zal eens een voorzet geven voor het verloop van het toernooi en de uiteindelijke winnaar.

Voor deze verantwoorde voorspelling ga ik uit van het aantal straatnamen in Nederland dat letterlijk naar de namen van de deelnemende landen is genoemd, zoals het Chilipad in Delft, de Spanjesingel in Alphen aan den Rijn, de Nederlandhof in Almere en de Australiëstraat in Ittervoort. Er zijn een paar deelnemende landen waar niet één straatnaam naar genoemd is: Uruguay, Iran en Bosnië-Herzegowina bijvoorbeeld. Ik voorspel dat deze landen niet ver gaan komen dit toernooi. Andere landen zijn juist heel populair in straatnamenland. Naar Frankrijk, Engeland, Italië, België en Duitsland zijn ieder meer dan vijftien straten genoemd. Die gaan dus goed scoren, zo is mijn voorspelling!

De vier straatnamen die ik in de vorige alinea noemde, zijn genoemd naar de vier landen in poule B - dat is de poule waar Nederland in speelt. In totaal zijn er zo in Nederland drie straatnamen naar Chili genoemd, negen naar Spanje, elf naar Nederland en dertien naar Australië. Dat betekent dat Australië deze poule wint en dat Nederland tweede wordt. Daar hebben we meteen de eerste verrassing van dit toernooi te pakken. In poule A eindigen Brazilië en Mexico op een gedeelde eerste plek met ieder zes straatnamen, maar Brazilië wordt uitgeroepen tot poulewinnaar omdat die straatnamen verspreid liggen over meer verschillende provincies. Als we alle poules zo nalopen en kijken wie er eerste en tweede worden, dan komen we uit op deze achtste finales:
- Brazilië-Nederland (altijd spannend!)
- Griekenland-Italië
- Frankrijk-Nigeria
- Duitsland-Rusland
- Australië-Mexico
- Engeland-Colombia
- Argentinië-Zwitserland
- België-Portugal

Dan komen de kwartfinales:
- Nederland verliest helaas van Italië
- Duitsland vliegt eruit tegen Frankrijk (ondanks dat doelpunt in de laatste minuut)
- Engeland verslaat Australië
- De Rode Duivels winnen van Zwitserland

Dat leidt tot de volgende - compleet Europese - halve finales:
- Italië-Frankrijk
- Engeland-België

In de finale speelt Frankrijk tegen Engeland. Beide landen waren al een keer eerder wereldkampioen, en toevallig werden ze dat ook allebei in eigen land: Engeland in 1966 en Frankrijk in 1998. Het wordt een spannende finale met alles erop en eraan. Doelpunten aan beide zijden, verlenging, strafschoppen. En omdat naar beide landen precies 21 straatnamen zijn genoemd in Nederland, geeft ook hier uiteindelijk het aantal verschillende provincies waarin die straatnamen liggen de doorslag. Maar dat is logisch. Uiteindelijk wint Frankrijk nipt van Engeland, met tien provincies tegen negen. (Voor wie het weten wil: in Overijssel is geen straatnaam naar 'Frankrijk' genoemd en 'Engeland' moet het doen zonder straatnamen in Friesland en Flevoland.)

Zo. En nu wachten we in spanning af of mijn voorspellingen een beetje kloppen. Je kunt nog inzetten!

(Jammer dat ik voor deze voorspelling heb bedacht dat alleen straatnamen meetellen waarin de namen van de landen letterlijk voorkomen. Daardoor kan ik voor Nederland alleen namen zoals de Nederlandstraat, de Nederlandlaan en het Nederlandplein meetellen. Maar er zijn véél meer Oranjestraten, Oranjelanen en Oranjepleinen, terwijl er helemaal geen straten naar Rode Duivels (bijnaam van het Belgisch elftal) of Goddelijke Kanaries (bijnaam van Braziliaans elftal) zijn genoemd. Op die manier zou Oranje zonder twijfel kampioen worden! In deze voorspelling dan...)

Zoeken naar de Maatje Harings Jobsweg, en naar Maatje Harings Jobs

$
0
0
Terwijl ik naar heel iets anders op zoek was, ontdekte ik onlangs de Maatje Harings Jobsweg in Oosterland (in Zeeland). Wat een opmerkelijke en intrigerende straatnaam. Ik vergat meteen waar ik eigenlijk mee bezig was, en ging in plaats daarvan op zoek naar de herkomst van deze straatnaam. En dat viel nog helemaal niet mee.

Oosterland is een dorp in Schouwen-Duiveland met ruim 2000 inwoners. De Maatje Harings Jobsweg ligt in het poldergebied ten noorden van het dorp. Bij het zien van zo'n straatnaam slaat mijn fantasie altijd op hol in een poging de herkomst van de naam te bedenken. In dit geval ligt het voor de hand dat de straat naar een persoon is genoemd. Maar wie was die Maatje dan? Of zou deze weg naar maatjesharing zijn genoemd en dus verwijzen naar de Hollandse Nieuwe? Dat zou verrassend zijn, want dit gebied in Zeeland associeer ik niet meteen met de haringvangst. (Het woord 'maatjesharing' is overigens afgeleid van 'maeghdekensharing', oftewel 'maagdenharing', als aanduiding van jonge haring zonder hom of kuit. Maar dat terzijde.) 

Als je niet weet waar een straatnaam vandaan komt, helpt helpt het soms ook om te kijken hoe de straten in de directe omgeving heten. Als die allemaal bij een bepaald thema horen, zal dat voor de onbekende straat ook wel gelden. De straten in de buurt van de Maatje Harings Jobsweg heten Bredeweg, Kempensweg, Sluisweg en Jonkersweg. Stuk voor stuk niet echt opvallende namen, dus dat helpt ons ook niet verder op weg.

Ernstige naspeuringen
Omdat ik op internet niks over de naam kon vinden, ben ik met mijn vraag naar het gemeentearchief van Schouwen-Duiveland gegaan. Daar vertelde een medewerkster mij dat het een oude straatnaam is, die bij de aanvang van de kadastrale registratie rond 1832 al bekend was. De weg liep oorspronkelijk wel iets anders dan nu. Toen de gemeente Oosterland in 1956 op deze plek een nieuwe polderweg liet aanleggen en die de historische naam Maatje Harings Jobsweg wilde geven, wilde men wel graag weten waar die naam nou eigenlijk vandaan kwam. De toenmalige gemeentearchivaris van Zierikzee deed "ernstige naspeuringen", maar kon niets vinden. Het gemeentebestuur besloot de oude naam toch maar gewoon te hergebruiken.

Het is dus niet bekend wat precies de herkomst van de straatnaam is. Men vermoedt dat er vroeger in deze omgeving iemand gewoond heeft die Maatje Harings Jobs heette en dat de straat naar haar genoemd is. Misschien was ze wel de bewoonster van een boerderij aan deze weg. Geen idee in welke tijd dat dan ongeveer moet zijn geweest. Een dergelijke verklaring hoor je wel vaker voor oude straatnamen die naar persoonsnamen lijken te verwijzen. Dat is helemaal niet vreemd, want eeuwen geleden werden straten wel vaker naar hun bewoner of eigenaar genoemd. Dan kon het best gebeuren dat die persoon al lang overleden en vergeten was, maar dat de straatnaam bleef bestaan. Het is goed mogelijk dat de weg waar Maatje Harings Jobs de belangrijkste bewoonster was in de volksmond de Maatje Harings Jobsweg werd genoemd.

Maar dan blijft de vraag natuurlijk wie die Maatje Harings Jobs was. Het is me niet eens precies duidelijk hoe die naam Maatje Harings Jobs is opgebouwd. 'Maatje' zal wel de voornaam zijn, en die blijkt volgens de Nederlandse Voornamenbank inderdaad typisch Zeeuws te zijn. 'Harings' zou een tweede voornaam kunnen zijn, maar die blijkt meer in Friesland voor te komen. Als achternaam komt 'Haring' dan weer juist meer in Zuid-Holland voor. Het kan ook nog zijn dat 'Maatje Jobs' de officiële naam was, en dat 'Haring' haar bijnaam was - misschien verkocht ze wel haring.

Wie was nou de Maatje Harings Jobs waar de weg in Oosterland naar genoemd is? Dat weten we niet en het blijkt ook lastig om het antwoord te vinden. Eigenlijk vind ik dat wel een charmante gedachte: dat er oude straatnamen zijn waar we helemaal niet van weten hoe ze aan hun naam zijn gekomen. Je kunt niet alles weten. Dat neemt niet weg dat ik nu toch wel benieuwd ben wie de Maatje was waar deze straat naar genoemd is. Wie het weet, mag het zeggen!






  

Wat is de echte Monopoly-stad van Nederland? En waar ligt Ons Dorp?

$
0
0
Een tijd geleden heb ik al eens uitgelegd wie de straatnamen heeft gekozen voor het Nederlandse Monopoly-spel. De Nederlandse editie van het spel was de eerste waarin straatnamen uit verschillende steden werden gebruikt. Dus vroeg ik me af: is er misschien toch één stad te vinden die al die straatnamen heeft? Dan zouden ze daar mooi hun geheel eigen editie van het spel kunnen maken. Tijdens die zoektocht diende nog een tweede vraag zich aan: waar ligt Ons Dorp?

Laten we eerst eens even kijken hoe bijzonder die straatnamen uit het Monopoly-spel eigenlijk zijn. In de top-10 met straatnamen die in het Nederland het meest voorkomen, staat één straat uit Monopoly: de Dorpsstraat. Die komt in Nederland 315 keer voor, van Aalsmeer tot Zwolle. De Brink komt 67 keer voor, van Almelo tot Zuidwolde. Op 43 plaatsen ligt een Steenstraat, van Alphen aan den Rijn tot in Zwolle. Dan komen we bij een bijzonder geval: de Houtstraat komt 32 keer voor in Nederland (van Almere tot Wolvega), maar vreemd genoeg niet in Haarlem waar die volgens het Monopoly-spel ligt (In Haarlem hebben ze dan weer wel een Grote Houtstraat, een Kleine Houtstraat en een Korte Houtstraat). Vervolgens staan op de lijst de Kalverstraat (komt in Nederland 30 keer voor), Plein (27 keer), Grote Markt (of Groote Markt, in totaal 19 keer), Hofplein (17 keer), Spui (15 keer), Ketelstraat (9 keer), Zijlweg (9 keer), Herestraat (of Heerestraat, in totaal 7 keer), Leidsestraat (3 keer) en Blaak (2 keer). Vreeburg komt ook 2 keer voor. Volgens het Monopoly-spel ligt die straat in Utrecht, maar daar hebben ze alleen Vredenburg; de straatnaam Vreeburg komt officieel alleen voor in Oosterhout en Rosmalen. En dan is er nog een rijtje namen die in Nederland maar één keer voorkomen: A-Kerkhof (officieel trouwens geschreven als Akerkhof), Barteljorisstraat, Biltstraat, Coolsingel, Lange Poten, Neude en Velperplein.

Uit het feit dat zo veel straatnamen alleen voorkomen in de stad waarin ze ook volgens het Monopoly-spel liggen, kun je concluderen dat er waarschijnlijk niet één stad is waar ze alle Monopoly-straatnamen hebben. En dat is inderdaad het geval. Sterker nog: er zijn maar weinig plaatsen waar ze meer dan vier straatnamen uit het spel hebben. De steden uit het spel hebben een kleine voorsprong omdat die sowieso al twee of drie straatnamen hebben die ook in het spel voorkomen. Amsterdam komt zo op vijf straatnamen uit het spel; daar hebben ze niet alleen de Kalverstraat en de Leidsestraat, maar ook nog een Ketelstraat, een Spui en - heel verrassend voor zo'n grote stad - een Brink. Den Haag komt ook tot vijf, met behalve Lange Poten, Plein en Spui ook nog een Grote Markt en een Ketelstraat. Rotterdam komt tot vijf, met naast Hofplein, Coolsingel en Blaak ook nog een Brink en een Houtstraat. De stad Utrecht komt met Biltstraat, Neude, Kalverstraat, Steenstraat en Zijlweg ook tot vijf, en als we Vredenburg als Vreeburg meetellen zelfs tot zes.

Van de steden die niet voorkomen in het spel is Zwolle de topper met zes straatnamen: Brink, Dorpsstraat, Steenstraat, Grote Markt, Spui en Kalverstraat. Zes uit tweeëntwintig, dat zou toch beter moeten kunnen. Almere had makkelijk de enige echte Monopoly-stad van Nederland kunnen worden, want daar zijn alle straatnamen pas verzonnen ná de introductie van het spel. Daar hadden ze dus eenvoudig alle namen uit het spel een plekje kunnen geven, maar ze komen toch maar tot vier: Brink, Grote Markt, Houtstraat en Plein. Een gemiste kans op een monopolie...

'Ons Dorp' is de enige plaatsnaam uit het spel die niet in het echt voorkomt. Misschien dat men het niet aandurfde om één echte stad als de goedkoopste aan te wijzen, of wellicht dat ze naast de zeven steden 'de rest van Nederland' ook een plekje wilden geven. Veel mensen vragen zich af naar welk voorbeeld Ons Dorp geschapen is. Dat is helaas niet bekend, maar ik weet wel in welke plaatsen de combinatie van een Brink en een Dorpsstraat voorkomt. Dat is in Amstelveen, Bathmen, De Koog, Den Ham, Hijken, Muiderberg, Noordwijkerhout, Onstwedde, Someren, Tynaarlo en Vledder. En zoals ik hierboven al vertelde, hebben ze in Zwolle ook een Brink en een Dorpsstraat.

Zwolle staat met zes straatnamen uit het spel bovenaan de ranglijst. Ze hebben er bovendien een Brink én een Dorpsstraat. Ik roep Zwolle daarom uit tot de Monopoly-stad van Nederland!

Als je je heldendaden overleeft, ben je dan wel een echte held?

$
0
0
Je bent pas écht een held als je heldendaden je het leven kosten, zo vindt men in Apeldoorn. Daar besloot men onlangs om geen straatnaam te noemen naar Joop Abbink, een verzetsheld uit de Tweede Wereldoorlog. De reden die men gaf voor dat besluit was verrassend: Abbink komt niet in aanmerking, want hij heeft de oorlog overleefd.

Joop Abbink woonde tijdens de oorlog in Apeldoorn. Hij was bijzonder actief als verzetsstrijder: hij was gewestelijk leider van de Landelijke Knokploegen (de LKP) in de regio Gelderland, hij hielp onderduikers, hij nam deel aan overvallen op gevangenissen om verzetsmensen te bevrijden, hij was betrokken bij wapendroppings, saboteerde Duitse wapentransporten en werkte mee aan overvallen van distributiekantoren. Daar verdien je wel een straatnaam mee, zou je zeggen. In oktober 1944 werd Abbink tijdens een grote Duitse razzia opgepakt in Apeldoorn. Na een paar maanden in Kamp Amersfoort kwam hij in februari 1945 in een gevangenenkamp in Duitsland terecht. De omstandigheden waren erbarmelijk en Abbink werd er zó ziek dat het hem bijna zijn leven kostte. Na de bevrijding had hij vijf jaar en vijf operaties nodig om te genezen van een longziekte. Hij had echter blijvend schade opgelopen en werd voor honderd procent arbeidsongeschikt verklaard. Doordat Albert Plesman - oprichter en directeur van KLM - hem een baan aanbood, kon Abbink toch nog tien jaar werken.

Abbink overleed eind 2013 op 97-jarige leeftijd. Na zijn overlijden werd bij de gemeente Apeldoorn een verzoek ingediend om Abbink vanwege zijn heldendaden te vereren met een straatnaam en zijn naam te vermelden op het verzetsmonument. De gemeente wees beide verzoeken af. Men liet weten dat hij niet in aanmerking komt, omdat één van de criteria luidt dat "de verzetsstrijder zijn daden voor het verzet in de periode 1940-1945 met de dood heeft moeten bekopen". Tja. Het is goed dat er regels zijn voor dit soort dingen, maar hadden ze voor deze held niet een uitzondering kunnen maken?

Wie wel, wie niet?
Het is allemaal niet zo makkelijk. Als je straatnamen gaat noemen naar de planeten in ons zonnestelsel, dan ben je met acht straten klaar. Als er dan nog een negende straat is, zou je die nog naar Pluto kunnen noemen, of naar de Zon. Maar bij verzetsstrijders ligt dat anders. Verzetsstrijders heb je in alle soorten en maten, en hun verzetsdaden zijn vaak moeilijk langs een meetlat te leggen. Hoe bepaal je dan wie wel de eer van een eigen straatnaam verdient en wie niet? Om de discussie te vermijden, besloot de gemeenteraad van Apeldoorn in 1970 om gewoon helemaal geen straten naar verzetsstrijders te noemen. Dan hoef je immers ook niet te kiezen welke personen daarvoor in aanmerking komen, en kun je ook geen verkeerde keuze maken. Om toch iets met het thema te doen, werd een tot dan toe naamloos park in de stad het Verzetsstrijderspark genoemd.

Veertig jaar later bleek de behoefte om iets met de namen van de verzetshelden te doen nog steeds te leven in Apeldoorn. In 2010 is daarom in het Verzetsstrijderspark een herdenkingsmonument voor verzetsstrijders onthuld. Het monument bestaat uit veertien natuurstenen die in de vorm van een cirkel zijn ingegraven. Op de stenen staan de namen van veertien verzetshelden, die men na een zorgvuldige procedure heeft geselecteerd. Daarbij heeft men gekozen voor personen die in Apeldoorn woonden, die aldaar hun verzetsdaden pleegden, die een belangrijke rol in het verzet vervulden en die hun daden nog vóór de bevrijding met de dood hebben moeten bekopen. Dat laatste snap ik niet zo goed. Kun je geen held zijn als je de Tweede Wereldoorlog hebt overleefd? Verdien je het dan niet om herdacht te worden? Hadden de daden van Joop Abbink meer waarde gekregen als hij in 1945 in het gevangenenkamp was overleden? Ik begrijp wel dat ze hem niet direct in 2010 al een plekje op het monument hebben gegeven, want hij leefde toen nog. En het voelt natuurlijk een beetje vreemd om iemand te herdenken die nog niet eens overleden is. Het monument is echter speciaal zo opgezet dat er eventueel nog nieuwe stenen bij geplaatst kunnen worden. Het lijkt wel gepast om er nu alsnog een mooie plek voor een steen met de naam van Joop Abbink aan toe te voegen.

Ere wie ere toekomt
Joop Abbink heeft overigens eerder wel eer gekregen voor zijn verzetswerk. In 1953 werd hem bij Koninklijk Besluit de Bronzen Leeuw toegekend "wegens moedig en beleidvol optreden tegen de vijand". En in 2002 ontving hij van de staat Israël de Yad Vashem-onderscheiding voor hulp aan Joden. Dat is toch allebei bijzonder eervol. Een straatnaam in Apeldoorn zal er wel niet meer bijkomen.


Kun je op twee plekken tegelijk wonen in de Dubbele Buurt?

$
0
0
Het is natuurlijk helemaal niet handig om dubbele straatnamen te hebben in een stad of dorp. Maar er zijn wel een stuk of tien plaatsen in Nederland waar ze al heel lang een Dubbele Buurt hebben.

 De straatnaam Dubbele Buurt komt voor in Amsterdam, Gouda, Halfweg, Hoorn, Katwijk, Koog aan de Zaan en Purmerend. En in Alkmaar, Broek op Langedijk, Wormerveer en Rijnsburg hebben ze de straatnaam ook, maar dan als Dubbelebuurt - de spatie is daar in de loop der tijd weggevallen. Het is opvallend dat de straten met deze naam alleen maar in Noord-Holland en het noorden van Zuid-Holland voorkomen. Vaak zijn het eeuwenoude straatnamen die in de volksmond zijn ontstaan. Bij de plaatsen waar ik iets over de herkomst van de naam heb kunnen vinden, is de verklaring steeds hetzelfde: de straat stond er ooit om bekend dat er aan twee kanten huizen stonden.

Was dat dan zo bijzonder dat er aan twee kanten van de straat gebouwd was? Nou, blijkbaar wel. In veel plaatsen lagen de straten in het centrum langs een waterloop, zoals een gracht of een afwateringskanaal. Daardoor was er maar aan één kant van de straat ruimte voor bebouwing, want aan de andere kant lag het water. Als er dan eens ergens in de stad bebouwing aan weerszijden van de straat was, dan viel dat meteen op. Zelfs zodanig dat de dubbele bebouwing als aanduiding werd gebruikt. De straat langs de kerk noemde men de Kerkstraat, het plein waar in vis werd gehandeld de Vismarkt en het straatje met de dubbele huizenrij werd de Dubbele Buurt. En daar had zo'n plaats er dan maar eentje van.

Een kwatrijntje over het Nijntje Pleintje

$
0
0
Dick Bruna is gestopt met tekenen, zo las ik net in het nieuws. Er zullen dus geen nieuwe Nijntje-boeken meer verschijnen. Op zich is dat geen verrassend bericht, want Dick Bruna is inmiddels al 86 jaar. Hij heeft zijn rust dus wel verdiend. Maar het is wel een mooie aanleiding om wat te vertellen over de straten die naar hem - en zijn Nijntje - zijn genoemd.

Dick Bruna werd in 1927 in Utrecht geboren, en hij heeft zijn atelier in de Utrechtse binnenstad. Niet vreemd dus dat er juist daar een straat naar hem genoemd is. In de Utrechtse wijk Leidsche Rijn ligt sinds een paar jaar de Dick Brunasingel, tussen de Mies Bouhuysstraat en de Marten Toonderstraat. Maar ik vind het nog veel leuker dat er in Utrecht ook een straat naar Nijntje is genoemd: het Nijntje Pleintje! Het is een lief klein plein nabij de Oudegracht, aan de noordkant van het centrum. Op het pleintje staat een heus standbeeld van Nijntje, dat is gemaakt door Dicks zoon Marc. En het straatnaambord is ook in Nijntje-stijl. Het 'Nijntje Pleintje'... dat klinkt ook fijn met die twee rijmende verkleiningswoordjes; de naam van het plein past zo helemaal in de lieve wereld van Nijntje.

De naam van het pleintje verleidde me ertoe om er een rijmpje over te schrijven. Dat werd natuurlijk een kwatrijntje:
kijk, daar gaat een lief konijntje
ik lach en schil een mandarijntje
het lijkt wel of alles hier rijmt
op het Nijntje Pleintje
Maar dat kunnen jullie vast beter. Kom maar op met die kwatrijntjes over het Nijntje Pleintje, met treintjes, magazijntjes, dozijntjes rozijntjes en andere tierelantijntjes. Houd het fijntjes!

De Kindermakerdreef - is dat waar kinderen gemaakt worden?

$
0
0
Onlangs reed ik met mijn familie over een weggetje langs de Rotte in Bergschenhoek. En terwijl iedereen genoot van het uitzicht en het groen verbaasde ik me over de straatnaam die ik op een bordje zag staan: de Kindermakerdreef. Het is de naam van een kort weggetje van nog geen zestig meter lang, maar met zo'n straatnaam kun je natuurlijk alle kanten op.

Terwijl mijn familie druk in gesprek was over alles wat men zag, vroeg ik me nog maar één ding af: hoe komt de Kindermakerdreef aan zijn naam? Stond het straatje er vroeger wellicht om bekend dat er veel kindertjes werden gemaakt? Of woonde er iemand die veel kinderen had gekregen? Dat zijn geen dingen waar men tegenwoordig nog een straat naar zou vernoemen, maar vroeger dacht men daar wel anders over. Of zou het straatje misschien genoemd kunnen zijn naar een mannelijke verloskundige? Toen ik met Google zocht naar 'kindermaker' vroeg Google mij of ik niet gewoon 'kinderkamer' bedoelde. Dat lijkt er inderdaad best wel op en dat woord is ook veel normaler - maar niet voor een straatnaam. Al Googelend kwam ik ook terecht bij de Duitse hertog Johan II van Kleef, die als bijnaam 'de Kindermaker' had omdat hij maar liefst 63 buitenechtelijke kinderen had. Op zich een hele prestatie, maar ik zie niet direct waarom ze daar in Bergschenhoek een straatje naar zouden noemen.

Wat is het dan wel? Vermoedelijk verwijst de straat naar iemand die hier ooit woonde en die Kindermaker als achternaam had. Die familienaam '(de) Kindermaker' kwam aan het begin van de negentiende eeuw voor, en dan vooral vaak in de streek rond Berschenhoek, Hillegersberg en Zevenhuizen. Het wonderlijke is dat de naam volgens de Nederlandse Familienamenbank in 1947 helemaal niet meer voorkwam in Nederland. De laatste Kindermaker waar ik iets over heb kunnen vinden, was Alida Wilhelmina Kindermaker die in 1937 overleed in Rotterdam. Zou het geslacht van de Kindermakers in de tussenliggende periode zijn uitgestorven? Dat zou toch ironisch zijn.

Dan blijft de vraag natuurlijk waar de familienaam Kindermaker vandaan komt. Ook hier zou je weer kunnen denken dat men die naam ooit gaf aan iemand die veel kinderen had, of die verloskundige was. Maar nee, het heeft niet direct iets met kleine kinderen te maken. Een 'kindermaeker' was vroeger een kuiper die gespecialiseerd was in het maken van kleine tonnetjes en vaatjes. Men noemde dat 'kindekijns', oftewel 'kindertjes'. Als je zo'n klein tonnetje naast een grote ton zag staan, dan zag het eruit of dat een kindje was van die grote ton. Die kindekijns gebruikte men bijvoorbeeld voor het bewaren van boter, haring en tabak.

Wellicht woonde er langs de Rotte vroeger ook wel iemand die kleine tonnetjes maakte. Maar de kans is groter dat de Kindermakerdreef genoemd is naar iemand die gewoon Kindermaker heette.

Toevoeging:
Rob wees me er in een reactie op dit artikel op dat er aan het eind van de Kindermakerstraat een straatnaambord met een onderschrift staat. Dat onderschrift luidt: "Pachter 1784-1828". Blijkbaar is de straat inderdaad genoemd naar iemand die Kindermaker heette. Om precies te zijn: naar een persoon die hier rond 1800 een stuk grond pachtte.

Een straatnaam voor 'Wttewaall'? Dit is gekkenwerk!

$
0
0
Er zijn in Nederland drie straatnamen met de familienaam 'Wttewaall' erin. Waar komt die naam vandaan? En veel belangrijker nog: hoe spreek je die naam in hemelsnaam uit?

In Kampen hebben ze een Wttewaall van Stoetwegenstraat, in Pijnacker een Freule Wttewaall van Stoetwegensingel en in Amsterdam een Freule Wttewaalpad. De straat in Kampen is genoemd naar jonkheer Henri Assuërus Wttewaall van Stoetwegen. Hij werd in 1866 lid van de Tweede Kamer, maar overleed al een paar maanden later. Daarvoor was hij ruim twintig jaar burgemeester van Kampen geweest. De andere twee straatnamen zijn genoemd naar zijn achterkleindochter freule Christine Wilhelmine Isabelle Wttewaall van Stoetwegen, roepnaam 'Bob'. Zij zat iets langer in de Tweede Kamer: van 1945 tot 1971, dus meer dan een kwart eeuw. Ze kwam in die tijd onder andere op voor de rechten van de vrouw en die van het koningshuis. Het was een vrolijke en vriendelijke vrijgezelle dame, maar ook een eigenwijze en eigengereide tante en mede daardoor bijzonder populair. Een leuke anekdote is dat ze in november 1970 na een lang, vermoeiend en verwarrend debat over het belastingplan midden in de nacht een memorabele uitspraak deed: "Dit is gekkenwerk. Ik stel voor, thans de vergadering te sluiten." Daarmee zei ze eigenlijk gewoon wat iedereen dacht.

Allemaal fijn om te weten, maar hoe moet je 'Wttewaall' nou uitspreken? Is het misschien gewoon 'Wittewaal', waarbij er een i is weggevallen? Je zou het bijna denken. Op internet komt de naam 'Wittewaall van Stoetwegen' ook best vaak voor met die extra i. De straat in Kampen staat als Wittewaall van Stoetwegenstraat op Google Maps. En aan het Freule Wttewaalpad in Amsterdam werden officiële straatnaamborden opgehangen met 'Freule Wittewaalpad' erop. Toen de gemeente erop werd gewezen dat die schrijfwijze fout was - er staat een i te veel en aan het eind ook nog een l te weinig - werden op alle bordjes de i's met blauwe verf weggewerkt. Dat is weer eens wat anders dan puntjes op de i zetten...

Die W is een bijzondere letter. Misschien heb je je wel eens afgevraagd waarom Engelsen het een 'double-joe' noemen, een dubbele u. Dat is omdat het dat oorspronkelijk ook was! In de middeleeuwen maakte men nog geen onderscheid tussen de u en de v, en voor een dubbele u (of een dubbele v) ging men op een gegeven moment een w als teken gebruiken. In de W van 'Wttewaall' zie je dat nog steeds terug. Het geslacht Wttewaall kwam oorspronkelijk uit Tull en 't Waal, of zoals men dat vroeger zei "uut Twaall". Die dubbele U werd geschreven als W en de familienaam werd zo Wttewaall. De correcte uitspraak van de achternaam is dus 'Uutewaal'.

Tja, Wttewaall van Stoetwegen. Zo'n naam is natuurlijk prachtig en bijzonder, maar vanwege de onduidelijkheid over de schrijfwijze en de uitspraak helemaal niet geschikt voor een straatnaam. Toch zijn er dus in Nederland een een straat, een pad en een singel naar genoemd. In Kampen wilde men aan het begin van de twintigste eeuw gewoon een straat naar de voormalig burgemeester noemen, zoals dat overal wel gebeurt. In Amsterdam ligt het pad in een buurt waar allemaal politici zijn vernoemd, zoals Willem Drees, Marga Klompé en Piet Lieftinck. In Pijnacker ligt de singel in een wijk waar alle straten naar beroemde vrouwen zijn genoemd, waaronder Aagje Deken en Fien de la Mar.

In Zutphen is trouwens een jaar of twintig geleden ook nog een straat naar de freule genoemd, in een wijk waar net als in Pijnacker het thema 'beroemde vrouwen' is. Ook hier hebben ze straten die zijn genoemd naar Marga Klompé, Aagje Deken en Fien de la Mar, maar er ligt ook een straat die simpelweg Freulepark heet. Daarvan weet iedereen hoe je het uitspreekt.

Altijd in je element. Krypton, koper of kobalt, in welk element woon jij?

$
0
0
Als je als stad een thema zoekt voor de straatnamen in een nieuwe woonwijk kun je natuurlijk het beste een thema pakken met een he-le-boel namen zodat je een ruime keuze hebt. Zo is 'chemische elementen' een veilig thema, want daarmee kun je meer dan honderd straten van een naam voorzien. Eventueel kun je de straten nog per buurt ordenen in bijvoorbeeld edelgassen, halogenen en alkalimetalen. Mogelijkheden genoeg. Ik heb het periodiek systeem er eens bij gepakt en uitgezocht welke elementen het populairst zijn, en welke helemaal niet.

Even voor de duidelijkheid: ik ga het hier hebben over straten die naar chemische elementen genoemd zijn, en dus niet over straatnamen zoals Goudvink, Zilvermeeuw en Kwikstaart. Die lijken misschien wel naar de elementen goud, zilver en kwik te zijn genoemd, maar in werkelijkheid gaat het hier natuurlijk om straten die zijn genoemd naar vogels. De Kwikstaart telt dus niet mee, maar de Kwikstráát wel want dat is inderdaad een straat die naar het element kwik is genoemd. Hoewel boor een element is, telt de Boorstraat in Amsterdam dan weer niet mee, want die is naar het gelijknamige gereedschap genoemd. Ja, we moeten scherp blijven.

Er zijn in Nederland ongeveer 250 straten naar een chemisch element genoemd. Hofleverancier is Apeldoorn met 25 elementstraten: je kunt daar wonen in de Aluminiumweg, Bariumstraat, Chroomweg, Goudstraat, IJzerweg, Iridiumstraat, Kaliumstraat, Kobaltstraat, Koperweg, Kwikstraat, Loodweg, Magnesiumweg, Mangaanstraat, Natriumweg, Nikkelweg, Palladiumweg, Platinastraat, Plutoniumweg, Radiumweg, Tinweg, Titaniumstraat, Uraniumweg, Wolframstraat, Zilverweg of Zinkweg. Verder doen ook Amersfoort, Den Haag, Heerenveen, Rotterdam en Zeewolde het goed, met minimaal tien elementstraten. In Zeewolde ligt bijvoorbeeld een wijkje met straatnamen zoals Kwik, Argon, Radon, Krypton en Cobalt; het Zilverpad is daar de enige straatnaam met een achtervoegsel. Midden door de wijk loopt een straat met de naam Elementen als een soort, ehh... bindend element.

In plaatsen waar ze meerdere elementstraten hebben, liggen die vaak wel samen in een buurt of wijk die 'elementen' als thema heeft. Maar soms is het thema wat ruimer dan dat. In Rijssen hebben ze in één buurt niet alleen de Kryptonstraat, Heliumstraat, Neonstraat en Argonstraat, maar ook de Butaanstraat, Ethaanstraat en Ozonstraat. Ook chemisch, maar geen elementen. In Rhoon liggen in de wijk met straatnamen zoals Kobalt, Titanium en Rodium bijvoorbeeld ook een Saffierlaan en een Jadelaan. (Het is overigens wel opvallend dat ze uitgerekend in Rhoon de naam van het element rhodium in de straatnaam zonder h schrijven.)

Uit het hele periodieke systeem met meer dan honderd elementen zijn er uiteindelijk maar veertig elementen met een straatnaam in Nederland. Welke elementen zijn populair voor straatnamen? De top-3 bestaat uit zilver, ijzer en koper, met ieder meer dan twintig straatnamen. Dat is natuurlijk niet vreemd, want dat zijn nou net drie elementen die als metaal al héél erg lang bekend zijn, bewerkt worden en verhandeld worden. In de top-10 staan bijvoorbeeld ook nog goud en tin, waarvoor hetzelfde geldt. Andere toppers zijn platina, kobalt, mangaan, nikkel en chroom - stuk voor stuk elementen die al vóór 1800 ontdekt werden.

Aan het andere eind van het spectrum staan bijvoorbeeld meitnerium, mendelevium, seaborgium en dubnium - obscure synthetische elementen die niet in de vrije natuur voorkomen en waar geen toepassingen van bekend zijn. Daar zou ik ook geen straat naar noemen. Maar er zijn ook helemaal geen straten genoemd naar alom bekende elementen waterstof, zuurstof, koolstof en stikstof. Je zou toch verwachten dat er op zijn minst ergens een brug naar waterstof is genoemd. Ook bekende elementen zoals broom, chloor en jood moeten het nog helemaal zonder straatnaam doen. De Chloorstraat - misschien is dat iets voor bij een zwembad? Ik vind het zelf dan weer wel jammer dat er nog geen straat naar astaat is genoemd, want het klinkt zo mooi: de Astaatstraat.

Van de veertig elementen waar straten naar genoemd zijn, moeten dertien het met niet meer dan één straat doen: de Bariumstraat, Iridiumstraat,Palladiumweg en Plutoniumweg in Apeldoorn; de Fluorweg, Siliciumweg en Vanadiumweg in Amersfoort; Boor, Seleen en Telluur in Zeewolde; de Calciumweg en Lithiumweg in Hoek; en Rodium in Rhoon.

Voor wie het leuk vindt heb ik alle aantallen even in een overzicht gezet: het Periodiek systeem der Elementstraatnamen.

Een wroetende mol, en andere dieren die dingen doen

$
0
0
Als je het Groningse dorp Bedum aan de noordkant uitrijdt, kom je langs een paar straatnamen die ook veel in andere plaatsen voorkomen: de Irenelaan (50x), de Parallelweg (225x) en de Lageweg (67x). En dan ineens ligt daar een straat met de bijzondere naam Wroetende Mol. Het lijkt me niet nodig om te zeggen dat die straatnaam uniek is. Wie noemt er nu een straat naar een wroetende mol?!

Een mol die wroet, en dat daar dan een straat naar genoemd wordt. Ik vind dat mooi. Ik heb even gekeken of er meer 'dieren of dingen die iets doen' zijn waar een straat naar genoemd is. Ik vond er nog acht in Nederland: de Vliegende Koffer in Eindhoven (genoemd naar een sprookje), de Vliegende Vaart in Terneuzen, Vliegend Hert in Deventer (genoemd naar een insect), de Vliegende Hollanderstraat in Rijsenhout, de Vliegend Hertlaan in Utrecht (genoemd naar een oud schip), De Helpende Hand in Amstelveen, de Gloeiende Spijker in Nieuwerbrug (genoemd naar een molen die in brand vloog en daarna op een grote spijker leek) en de Razende Bol in Heemskerk (genoemd naar een zandplaat bij Texel). Het zijn er niet veel, maar het komt dus wel vaker voor dat straten worden genoemd naar dieren of dingen die iets doen. Maar ik vind die wroetende mol toch wel het mooist.

Terug naar de Wroetende Mol in Bedum. Want hoe komt die straat nou aan zijn naam? De straat komt uit op de Bedumerweg en die loopt langs het Boterdiep. Daar op die hoek stond heel vroeger een herberg die 'De Wroetende Mol' heette. Het lijkt er erg op dat de straat dus gewoon naar de herberg is genoemd. Dat kwam vroeger wel vaker voor: herbergen werden vaak gebruikt als herkenningspunt in een routebeschrijving - "bij de Wroetende Mol moet je links" - en zo droegen ze hun naam over aan de straat waaraan ze lagen. In de stad Groningen waren vroeger bijvoorbeeld herbergen met mooie namen zoals 'De Blauwe Engel', 'De Bruine Ruiter', 'De Vergulde Helm' en de 'De Witte Swaen', en daar hebben ze in die stad de straatnamen Engelenpoortje, Bruine Ruiterstraat, Helmsgang en Zwanestraat aan te danken.

Dat er in de stad Groningen een heleboel herbergen waren, is niet zo vreemd. Maar wie begint er nou een herberg iets ten noorden van een dorpje zoals Bedum, in the middle of nowhere? Ik schreef al dat de Wroetende Mol uitkomt op het Boterdiep. Dat is een oude trekvaart die aan het begin van de zeventiende eeuw werd gegraven van de stad Groningen naar Uithuizen. Het eerste stuk van Groningen naar Bedum is het oudste; dat dateert uit 1625. De herberg was ooit een halteplaats voor alle dorstige en hongerige lieden die daar per trekschuit voorbijkwamen. Best een slimme plek dus om een herberg te beginnen.

De straat is dus waarschijnlijk ooit naar die herberg genoemd. Maar daarmee zijn we er nog niet. Want waarom noemde men die herberg dan naar een wroetende mol? Dat heb ik niet kunnen achterhalen, maar ik kan er wel naar raden. In het Nieuwsblad van het Noorden van 18 maart 1926 schreef men over de naam van deze herberg: "De bewoner van dit café moet inderdaad een wijsgeer zijn geweest. Een groote tuin.... veel werk.... zal gedacht hebben en niet onaardig gaf hij z'n café den naam 'De Wroetende Mol'." Of misschien was het wel een metafoor, zoals de naam van herberg 'De Mol' die vroeger aan de weg van Zwolle naar Almelo stond. Op het uithangbord van die herberg stond de tekst "Al wroetend komt men er door". Dat wordt wel eens uitgelegd als een verwijzing naar de slechte kwaliteit van de wegen in die tijd; misschien geldt dezelfde verklaring wel voor de naam van de herberg in Bedum. Het blijft allemaal gissen... misschien zaten er gewoon wel veel mollen in de grond rondom de herberg.

Het pand op de hoek van de Wroetende Mol staat er trouwens nog steeds. En het heeft nog steeds een uithangbord met 'De Wroetende Mol' erop. Als je het pand zoekt, moet je de straatnaam invoeren in je navigatiesysteem. Dat is dus net andersom dan vroeger.

Straten zonder einde? Die lopen vaak dood.

$
0
0
Iedere straat eindigt wel ergens een keer, zou je denken. Veel straten komen immers op andere straten uit, en anders lopen ze waarschijnlijk dood. Maar er zijn ook straatnamen die doen vermoeden dat straten eindeloos door kunnen lopen. Het Straatje-zonder-einde in Mechelen bijvoorbeeld, of het Laantje zonder Eind in Zeist. Wat zijn dat voor eindeloze straten?

Zo heel veel van die eindeloze straten zijn er niet in Nederland en België. Behalve de twee die ik al noemde, vond ik nog het Straatje Zonder Einde in Gent, de Straat zonder einde in Oostende en Laan Eindeloos in Heiloo. Als je deze straten op de kaart bekijkt, valt meteen op dat twee ervan alles behalve eindeloos zijn: de twee straatjes in Mechelen en Gent zijn doodlopend. Ook de straten in Oostende en Heiloo hebben een onbeduidende lengte van hooguit een paar honderd meter. Alleen het Laantje zonder Eind in Zeist geeft enigszins de schijn van eindeloosheid: het loopt ten oosten van Zeist de bossen in en is wel enkele kilometers lang, helemaal tot aan Soesterberg!

Als die straatjes zo kort of zelfs doodlopende zijn, waarom hebben ze dan zo'n 'eindeloze' naam? Ik weet het niet. Misschien danken ze hun naam juist wel aan het feit dat ze zo onbeduidend zijn, en is het pure ironie. Het zou ook iets te maken kunnen hebben met de uitdrukking 'een straatje zonder eind', wat gezegd wordt van processen of dingen die nooit ophouden. (De website Taalhelden is trouwens op zoek naar foto's van straatnaamborden van eindeloze straten. Als je in één van de straten uit dit artikel woont, kun je ze vast blij maken met een foto van het bord bij jou in de straat.)

Ook in andere landen bestaan eindeloze straten. Zo is er de Endless Street in Salisbury (in het Verenigd Koninkrijk), de Endless Road in Collinsville en de Infinite Drive in Louisville (beide in de Verenigde Staten. Die laatste twee zijn trouwens allebei ook weer doodlopend. De beroemdste eindeloze straat ter wereld is ongetwijfeld die waar het hoofdkantoor van Apple aan gevestigd is: de Infinite Loop. Die straat loopt rond en daar kun je dus écht eindeloos rondjes op blijven rijden.

Het Einde
Ben je op zoek naar straten die werkelijk Het Einde zijn? Dan moet je in Nederland naar Elsloo en in België naar Arendonk. Eindes hebben we trouwens in alle soorten en maten: Kort Eind (in Steenbergen), Het Korte Eind en Het Lange Eind (in De Kwakel), 't-Lage Eind (in Rottum) en't Hoge Eind (in Westervoort), het Bovenste Eind (in Echt), het Gulden Eind (in Grathem), het Smalle Einde (in Ouddorp), en het Open Einde (in Musselkanaal). Open Einde... dat klinkt ook wel eindeloos.

Niemand weet toch meer wie Tweede van der Helst was?

$
0
0
Zijn alle schilders naar wie straten zijn genoemd in de schilderswijk even bekend? Nee, natuurlijk niet. Rembrandt van Rijn en Vincent van Gogh zijn bij het grote publiek veel bekender dan bijvoorbeeld Jan van der Heijden en Pieter de Molijn. En dat geldt ook voor de schrijvers in de schrijversbuurt en de zeehelden in het zeeheldenkwartier. Personen die we anders misschien al lang vergeten zouden zijn, leven dankzij hun straatnamen in onze herinnering voort. Soms is het nog iets erger: dan kennen we de straatnaam nog wel, maar hebben we geen idee meer wie de persoon was waar de straat naar is genoemd.

De schrijver Gerard Reve vertelde in 1982 in een interview hoe hij dacht over de vergankelijkheid van roem, en de rol die straatnamen daarbij kunnen spelen: "Na mijn dood word ik op de scholen tien jaar vrijwillig gelezen en daarna nog eens tien jaar verplicht. Dan noemen ze een straat naar me. En dan ben ik helemaal vergeten. Niemand weet toch meer wie Tweede van der Helst was?" Reve ging er dus van uit dat hij binnen enkele decennia vergeten zou worden; een eventueel naar hem genoemde straatnaam zou daar niets aan kunnen redden. Ik hoef niet uit te leggen dat Reve natuurlijk best wist dat de persoon uit zijn voorbeeld niet echt 'Tweede' als voornaam had. Maar ik moet eerlijk bekennen dat de naam 'Van der Helst' mij ook niet veel zegt.

Reve verwijst met zijn opmerking naar de Tweede Van der Helststraat in Amsterdam. Die straat ligt in het verlengde van de Eerste Van der Helststraat. De twee worden van elkaar gescheiden door het Sarphatipark, net zoals het park ook de Eerste Jan Steenstraat en de Tweede Jan Steenstraat uit elkaar houdt, en de Eerste Jan van der Heijdenstraat en de Tweede Jan van der Heijdenstraat. Veel van de straten rond het Sarphatipark zijn naar kunstschilders genoemd. Van der Helst zal dus wel een schilder zijn geweest, net als Jan Steen en Jan van der Heijden. We kennen Jan Steen van zijn 'huishoudens' en Jan van der Heijden is behalve als schilder ook bekend als uitvinder van de straatlantaarn. Maar waar zouden we Van der Helst van kunnen kennen?

Bartholomeus - want dat is zijn echte voornaam - van der Helst was inderdaad ook een kunstschilder. Hij werd geboren in 1613 in Haarlem en hij verhuisde rond zijn 23e naar Amsterdam. Hij schilderde in de Gouden Eeuw en was dus een tijdgenoot van Rembrandt van Rijn. Van der Helst maakte in Amsterdam vooral veel portretten en schuttersstukken, en hij was daar heel succesvol mee. Wat 'De Nachtwacht' is voor Rembrandt is de 'Schuttersmaaltijd in de Voetboogdoelen te Amsterdam ter ere van de Vrede van Munster' voor Van der Helst. Dat schilderij hangt samen met enkele andere van zijn werken in het Rijksmuseum, naast de werken van Rembrandt van Rijn. Bartholomeus van der Helst overleed in 1670, een jaar na Rembrandt van Rijn.


Er is een belangrijk verschil tussen Rembrandt van Rijn en Bartholomeus van der Helst: in Nederland zijn meer dan 200 straten naar Rembrandt genoemd en slechts ongeveer 30 naar Van der Helst. Drie daarvan liggen in Amsterdam: behalve de Eerste Van der Helststraat en de Tweede Van der Helststraat ligt daar ook nog een Van der Helstplein. Verder zijn er nog straten, pleinen en lanen naar hem genoemd in bijvoorbeeld Baarn en Bilthoven, Enschede en Eindhoven, Helmond en Hoogezand, Maassluis en Meppel, en Veenendaal en Vlissingen. Verrassend genoeg heeft hij geen eigen straatnaam gekregen in zijn geboortestad Haarlem.

Gerard Reve overleed in 2006. Naar hem zijn inmiddels ook al de eerste straatnamen genoemd, en daarmee ligt hij dus voor op het door hem voorspelde schema richting vergetelheid. Er zijn lanen naar hem genoemd in Groningen en Goes, een singel in Voorschoten, een hof in Leiden en straten in Utrecht in Haarlem. Hij heeft dus al wél een eigen straat in Haarlem. Het was mooi geweest als ze die de Tweede Van der Helststraat hadden genoemd...

Welke plaats heeft de meeste populaire straatnamen?

$
0
0
Toen ik onlangs Helvoirt uitreed, zag ik aan de linker- en rechterkant achtereenvolgens de Kastanjelaan, de Sportlaan, de Stationsweg, de Parallelweg en de Industrieweg voorbijkomen als zijstraten. Zie jij ook wat er zo bijzonder is aan deze straten? Misschien helpt het als ik zeg dat iets verderop in Helvoirt ook nog de Kerkstraat, de Julianastraat en de Molenstraat liggen. Prachtig toch?

De vijf zijstraten die ik na elkaar passeerde staan allemaal in de top-15 van meest voorkomende straatnamen van Nederland. Het zijn om precies te zijn de nummers zeven, tien, elf, dertien en veertien van die ranglijst. Met die drie andere straten die ik noemde, heeft Helvoirt ook nog de nummers één, drie en zes van de lijst. En dat in een dorp met honderd straatnamen en nog geen vijfduizend inwoners! Je begrijpt dat ik in mijn euforie nog een extra rondje door het dorp heb gereden. Tijdens dat rondje vroeg ik me af of er plaatsen zijn waar de hele top-tien van straatnamen voorkomt.

Voor als je de top-tien niet uit je hoofd kent, herhaal ik hem hier nog even: van één tot en met tien zijn dat de Kerkstraat, de Schoolstraat, de Molenstraat, de Dorpsstraat, de Molenweg, de Julianastraat, de Parallelweg, de Nieuwstraat, de Wilhelminastraat en de Sportlaan. Het is eigenlijk jammer dat er in de top-tien zowel een Molenstráát als een Molenwég voorkomt, want de kans dat die allebei in één plaats bestaan is niet zo groot. Om verwarring te voorkomen, kiest men tegenwoordig namelijk liever geen straatnamen die zo op elkaar lijken.

Je zou denken dat de grote steden goed scoren, want daar hebben ze immers ook de meeste straatnamen. In Amsterdam hebben ze er echter maar vier uit de top-tien: de Kerkstraat, de Schoolstraat, de Wilhelminastraat en de Parallelweg. In plaats van een Nieuwstraat hebben ze er nog wel een Oude Nieuwstraat en een Nieuwe Nieuwstraat, maar die tellen in dit geval natuurlijk niet mee. Utrecht komt ook maar tot vier van de tien, maar daarvan komen er wel heel mooi drie uit de top-drie. Rotterdam en Den Haag komen allebei tot zeven van de tien. Er zijn trouwens bijna vijfhonderd plaatsen in Nederland waar ze precies één straatnaam uit de top-tien hebben liggen.

Ik vond twee plaatsen in Nederland waar je acht van de tien meest voorkomende straatnamen kunt tegenkomen, en dat zijn toch echt niet de grootste steden: Almelo en Nijverdal. In Almelo missen ze de Molenweg en de Dorpsstraat nog en in Nijverdal ontbreken de Dorpsstraat en de Molenstraat.

Er zijn twee plaatsen waar ze maar liefst negen van de straatnamen uit de top-tien hebben: Hellevoetsluis en Enschede. Van de top-tien ontbreekt in Hellevoetsluis alleen de Nieuwstraat. Opmerkelijk genoeg hebben ze in Hellevoetsluis wel een Molenweg én een Molenstraat. Om van de een naar de ander te komen, moet je een half uurtje lopen. In Enschede hebben ze van de top-tien alleen de Molenweg niet. In plaats daarvan hebben ze in Enschede nog wel een Molenpad, een Molenveld en een Molenbergweg. Hadden ze een van die drie nou niet gewoon Molenweg kunnen noemen? Dan hadden ze in Enschede de top-tien compleet gehad.

Namen raden: straatnaam of verfkleur? Doe de quiz!

$
0
0
Prinsengracht en Leidseplein zijn bekende Amsterdamse straatnamen. En verf bestaat in kleuren zoals marineblauw en citroengeel. Ooit was alles zo heel overzichtelijk. Maar op een of andere manier gaan straatnamen en verfnamen steeds meer op elkaar lijken. Dan krijg je namen zoals Geduld, Duizendschoon en Overleg. 

Kun jij herkennen of iets een straatnaam of een verfkleur is? Doe dan de quiz. Daarin krijg je 20 namen te zien. De vraag is iedere keer hetzelfde: is het een bestaande straatnaam in Amsterdam of een officiële verfkleur uit het palet van Histor?



Powered by Interact

(Werkt de quiz hierboven niet? Klik dan hier: start de quiz.) 

De namen in de quiz zijn echte Amsterdamse straatnamen en verfkleuren van Histor. Geloof je het niet? Zoek de straten dan op op de kaart van Amsterdam en bekijk de kleuren in het palet van Histor.

Vol gas door de Gymergas, de Goudgraversgas, de Giergasse en de Gassergasse

$
0
0
Straatnaamachtervoegsels zoals -straat, -weg en -steeg kennen we allemaal, maar het achtervoegsel -gas is veel minder bekend. Dat is niet vreemd: ondanks dat het een eeuwenoude aanduiding is, komt het in Nederland maar in de straatnamen van één stad voor. Typisch toch?

Het woord 'gas' (of 'gasse') kwam in de vijftiende eeuw al voor in het Nederlands met de betekenis 'onverharde weg'. Het Woordenboek der Nederlandse Taal noemt bij het woord enkele voorbeeldzinnen van P.C. Hooft, waaronder: "Mits dat de Koning deze gas insloegh, werdt hy den heer van Montigny gewaar". Het woord is verwant met het Duitse 'Gasse' (en het Oudhoogduits 'Gazza'), het Oudnoorse 'gata' en het Gotische 'gatvo'. Waarschijnlijk is het ook verwant met het woord 'gat' ('opening'), en daarmee ook met het achtervoegsel van zeestraten zoals het Kattegat tussen Denemarken en Zweden.

Maar goed, 'gas' was dus gewoon een aanduiding voor een weg, net als 'weg', 'pad' en 'steeg'. En daarmee was het woord ook beschikbaar om als achtervoegsel gebruikt te gaan worden. Een klein steegje naar de kerk kon je gewoon Kerkengas noemen. In het Duitse taalgebied is dat volop gebeurd. In Berlijn liggen bijvoorbeeld straten met namen zoals Schmale Gasse, Breite Gasse en Brüder-Grimm-Gasse. Een van de oudste - en tevens de kortste - straat van Berlijn is de Eiergasse; die straatnaam kwam in de Middeleeuwen al voor. Ook in Bonn liggen allerlei gassen, zoals de Giergasse die in 1359 al zo genoemd werd. In Wenen hebben ze ook tientallen gassen; ik kwam daar bijvoorbeeld de Gassergasse tegen (dat klinkt dubbelop, maar die straat is genoemd naar de kunstenaar Hanns Gasser).

In Duitsland en Oostenrijk liggen dus honderden gassen en daar kijkt niemand ervan op, maar in Nederland komen we in totaal niet verder dan 18. En die liggen ook nog eens zonder uitzondering in Nijmegen. Omdat het er zo weinig zijn en er heel mooie namen tusen zitten, noem ik ze hier gewoon allemaal even: Arsenaalgas, Bezembindersgas, Duivengas, Gulden Wagengas, Hanengas, Kabelgas, Karrengas, Kerkegasje, Keumegas, Kronenburgergas, Lompenkramersgas, Mussengas, Ottengas, Papengas, Pepergas, Vijfringengas, Vinkegas en Vlaamsegas. Het zijn stuk voor stuk nauwe straatjes die in andere binnensteden waarschijnlijk het achtervoegsel -steeg zouden hebben gekregen. Ooit waren er in Nijmegen nog veel meer van dit soort gassen, maar die zijn in de loop der tijd allemaal verdwenen. Er ligt in Nijmegen overigens maar één -steeg: de Smallesteeg. Dat was echter geen smal straatje in de binnenstad, maar een weg op het platteland.

Hoe komt het dan dat die gassen juist in Nijmegen redelijk vaak voorkomen? Die vraag heb ik voorgelegd aan Rob Essers (van de Stratenlijst gemeente Nijmegen). Hij vertelde me dat het ongetwijfeld samenhangt met het feit dat Nijmegen een oude Duitse Keizerstad is. Keizer Hendrik VI is in 1165 ook in Nijmegen geboren. De dubbele adelaar en de keizerskroon in het stadswapen herinneren eraan dat Nijmegen een vrije rijksstad van het Heilige Roomse Rijk is geweest. En de gassen dus ook.
Viewing all 277 articles
Browse latest View live